Domein: Taal

Een boek bestaat uit taal, een gesprek ook. Spelling en grammatica zijn belangrijk bijt aal, maar er is meer: mooie zinnen maken, spannende woorden kiezen. In dit domein onderzoek je wat taal is, en wat je ermee kan als schrijver.

  • Het oordeel van de schrijver

    Omdat taal iets van mensen is, zit er altijd iets menselijks, iets persoonlijks en heel vaak iets oordelends in taal. Taal die heel bewust gemaakt is om zoveel mogelijk oordelen te vermijden, klinkt meteen heel ingewikkeld. Kijk maar naar taal die voor wetten wordt gebruikt (juridische taal). Daarin probeert men oordelen te vermijden en alleen…

    Lees meer

    Antropomorfisme

    Als schrijver kun je dingen die niet menselijk zijn, beschrijven alsof het wél mensen zijn. Een pilletje dat jou knock-out slaat, een stoel die jou omarmt, een zee die brult of grassprieten die kietelen: dingen gaan op mensen lijken als je zo schrijft. Handig, want het lijkt dan alsof niet alleen mensen, maar ook dingen…

    Lees meer

    Exacte taal

    Meestal gebruik je taal om zo precies mogelijk te zeggen wat je bedoelt. Je probeert exact [=nauwkeurig, precies] te zijn. Maar dat is niet gemakkelijk met taal. Woorden kunnen meer dan één betekenis hebben, bijvoorbeeld, en daardoor begrijpt iemand anders lang niet altijd wat jij bedoelt. En  mensen kunnen ook heel anders naar dingen kijken,…

    Lees meer

    Diagnose

    Een diagnose is een beoordeling door een dokter van een zieke patiënt, om vast te stellen welke ziekte de patiënt heeft. Om een diagnose te geven, vraagt een dokter een zieke van alles. De antwoorden geven aan in welke richting de dokter de ziekte moet zoeken. Een dokter kan dingen gaan meten en bekijken om…

    Lees meer

    Werkwoordstijden

    Met werkwoorden beschrijf je een actie: “Hij liep weg voor zijn moordenaar”. Door nauwkeurig je werkwoord te kiezen kun je zo’n actie meer karakter geven. Bijvoorbeeld uitvergroten “Hij sprintte ervandoor om aan zijn moordenaar te ontsnappen”, of verfijnen “Hij sloop weg voor zijn moordenaar”, of “Hij trippelde/kloste/wandelde/marcheerde weg” etc. De mogelijkheden zijn eindeloos. Ook werkwoordstijden doen…

    Lees meer

    Opsomming

    Als schrijver kun je gebruik maken van een opsomming (ook wel: enumeratie). Een opsomming is niet meer dan een rijtje met dingen die volgens jou, als schrijver, bij elkaar horen. Stel, je schrijft: ‘appelsap, pasta, augurken, waspoeder’. Dat zijn allemaal dingen die je kunt kopen in de supermarkt. Maak je daarvan: ‘appelsap, pasta, augurken, waspoeder,…

    Lees meer

    Taalleemte

    Als je zelf meer dan één taal goed spreekt, heb je vast eens een zogenaamde taalleemte opgemerkt. Een taalleemte is een gat in een taal: iets waar die taal geen woord voor heeft. Heel vaak is dat iets een gevoel. Taalleemten zorgen er vaak voor dat mensen die andere talen spreken, elkaars gevoelens niet zo goed…

    Lees meer

    Versificeren

    Teksten kunnen grofweg twee vormen hebben. Namelijk poëzie (met versregels, zoals bijvoorbeeld een gedicht of een lied). En proza (alle andere teksten, namelijk teksten die geen versregels hebben). Als schrijver word je beter als je met beide vormen uit de voeten kunt. In deze oefening oefen je daarom om poëzie van proza te maken. Dat…

    Lees meer

    Reclametaal

    Welke reclameteksten ken jij uit je hoofd? En ken je zo omdat je ze heel sterk vindt, of juist irritant en waardeloos? Reclametaal heeft iets speciaals, ook al lijken reclameteksten in Nederland op het Nederlands dat je elke dag hoort. Reclamemakers willen je aandacht, en gebruiken daarvoor graag taal die iedereen kent. Kijk maar naar…

    Lees meer
    Roel Wijnants

    Woordspelingen maken

    Mensen aan het lachen maken, of ze aan het denken zetten. Dat hoop je te bereiken met een woordspeling. De ene keer lukt dat beter dan de andere. Sommige woordspelingen zijn vergezocht, andere te flauw of te grof. De slogan “Mijn ballen wegen 130 gram” van een Nijmeegse vleeshandelaar was bijvoorbeeld niet erg subtiel te…

    Lees meer