Signalement van robot of mens
Het woord “robot” werd in 1920 bedacht door de Tsjechische schrijver Karel Čapek. In zijn toneelstuk R.U.R. (een afkorting voor: Rossums Universele Robots) voert hij robots op. Die zijn eruit als een soort menselijk slaven die al het zware werk doen. Maar als de wetenschappers de robots upgraden, en meer menselijke eigenschappen geven, gaat het mis. De robots worden ontevreden over hun zwoegende bestaan en al het zware werk. Ze komen in opstand en roeien uiteindelijk de mensheid uit.
Het is ongelofelijk hoe Čapek al in 1920 begreep waar het bij robots om draait. En hoe goed hij daardoor de toekomst kon voorspellen. Want nu, ruim honderd jaar later, kijken mensen nog steeds precies zo naar robots. Robots zijn hartstikke handig en nemen mensen werk uit handen, maar altijd is er de dreiging dat ze mensen de baas worden.
Je hebt vast wel eens een robot aan het werk gezien in een film, boek, of stripverhaal. Hoe zou je die robot beschrijven?
- Stel je voor dat een robot na een misdaad op de vlucht is geslagen. Om hem te vinden, schrijf je een signalement [=beschrijving van iemands uiterlijk] van 150 woorden voor een politiebericht dat gebruikt kan worden om de robot op te sporen.
- Beschrijf zo nauwkeurig mogelijk het uiterlijk van deze robot, en let ook op details [=bijzonderheden] zoals de lengte van de robot, het materiaal waarvan-ie gemaakt is, de vorm van onderdelen etc.
- Geef jouw signalement van de robot aan je klasgenoot. Vraag die klasgenoot de robot zo goed mogelijk te tekenen, aan de hand van dat signalement.
- Komt de tekening een beetje overeen met jouw tekst? Is je signalement dus goed genoeg? Wat had je anders of beter kunnen beschrijven om je signalement nog beter te maken?
- Lees je eigen tekst nog eens na. Welke menselijke elementen heeft het uiterlijk van jouw robot?
- Wijzig wat er nodig is om de robot minder menselijk te maken, om er zo een betere robot van te maken.
Voorbeeld: misschien is zij rond en kan ze over de straat rollen als een bal, misschien veert hij op één been van vier meter waarmee hij over auto’s heen springt, etc.
We geven je nu twee stukken uit boeken te lezen die gaan over robots die uiterlijk niet van mensen te onderscheiden zijn. De enige manier waarop mensen te weten kunt komen dat het een robot is, is door heel nauwkeurig te letten op hoe de robot taal gebruikt.
- In het jeugdboek Toen mijn broer een robot werd van Emiel de Wild overlijdt de broer van Tijs. Zijn ouders halen een robot in huis die Tijs moet vervangen. Lees dit fragment om te zien hoe deze schrijver verschil tussen mens en robot maakt.
- Ook in de roman Mitsukoshi Troostbaby Compagnie van Auke Hulst neemt een robot de plaats in van een overleden mens. De hoofdpersoon is een schrijver die na het verlies van zijn ongeboren kind een robotdochter aanschaft. Zij heet Scottie. Lees dit fragment om te zien hoe ze met elkaar praten en met elkaar omgaan.
- Vergelijk de fragmenten met elkaar, en vul de tabel hieronder in om scherp te krijgen hoe beide schrijvers verschil tussen mens en robot maken.
Toen mijn broer een robot werd | Mitsukoshi Troostbaby Company | |
Menselijke eigenschappen | ……………
…………… ………….. |
……………
…………… ………….. |
Robot-eigenschappen | ……………
…………… ………….. |
……………
…………… ………….. |
Schrijf nu een ultrakort sciencefictionverhaal met een robot in de hoofdrol. Kies een van deze situaties:
- Je komt voor het eerst in een nieuwe klas. Jij bent de enige die ontdekt dat een medeleerling een robot is. Wat doe je nu?
- Je gaat naar de dokter omdat je pijn in je keel hebt. Ineens zie je dat hij/zij een robot is. Hoe verloopt jullie gesprek?
- Je loopt over de markt en botst per ongeluk tegen iemand anders aan. Jullie raken in gesprek en dan merk je dat je met een robot praat. Hoe voel je je daaronder?
Beschrijf de situatie zo goed mogelijk in 300-400 woorden. Maak ook gebruik van dialogen. Het is niet de bedoeling dat je een afgerond verhaal schrijft. Het gaat vooral om de beschrijving van de robot (die ongelofelijk op een mens lijkt, maar nèt niet perfect is) en hoe jij daarop reageert.