Je thema zoeken

Wachten op een idee voor een thema of onderwerp van een verhaal dat je wilt schrijven, is alsof je wacht op een vallende ster die af en toe langskomt maar waar je ook nachtenlang vergeefs op kunt wachten. Wachten is dus onverstandig. Je kunt beter actief gaan speuren naar je thema, en alle uithoeken van je verbeelding systematisch doorzoeken.

Want alles wat je gaat verzinnen zit al in je. Je leeft al een tijdje, en je hebt al van alles meegemaakt. Leuke dingen, maar ook moeilijke dingen. Je hebt dus al een enorme hoeveelheid ervaringen verzameld waar je uit kunt putten. Deze ervaringen vormen de bronnen van je gedachten en verbeelding. Daar wat meer over weten kan nooit kwaad, want je gaat natuurlijk nooit zomaar, in het wilde weg, ergens over schrijven.

In deze oefeningen krijg je een paar strategieën aangeboden waarmee je uit jezelf haalt, wat er al inzit.

Je moet ergens een idee vandaan halen over een onderwerp. Maar hoe? Het helpt om eens een paar dagen alles wat je leest, ziet of hoort wat meer aandacht te geven. Hoe brengt iemand anders zijn of haar ideeën onder woorden of in beeld? Waarom spreekt je iets daarvan aan, kun jij daar misschien mee aan de slag?

Stap 1

  • volg het nieuws, en kies een foto die je raakt. Kies volledig op gevoel. Wat raakt je?;
  • of: kies een willekeurige auteur die je aanstaat omdat hij of zij geboren is of woont op een plek waar jij wat mee hebt, via de Atlas van de Digitale Bibliotheek Nederlandse Letteren.
  • of: bekijk deze video van Taalbaas Zaïre Krieger die je uitlegt hoe je aan een thema kunt komen als je een maatschappelijk of persoonlijk thema wilt;
  • of: verdiep je in het werk van een auteur die je aanstaat, en werk in de lijn met diens gedachten verder. Kies een zin van die auteur die je aanstaat. Bijvoorbeeld, uit Willem Frederik Hermans, <em>Homme’s hoest</em> (1980):

    Als ik samen ben met iemand van wie ik denk: met jou zou ik in de hemel willen wezen, ben ik tevreden hier op aarde.

    Of van dezelfde auteur, uit De donkere kamer van Damokles (1958)

    Wat is een held? Iemand die straffeloos onvoorzichtig is geweest.

    Meer citaten van die specifieke auteur vind je hier.

Stap 2

  • Dan komt de volgende stap: waarom viel je oog op dat nieuwtje, die zin, die auteur? Als je die vraag kunt beantwoorden, kun je vandaar naar je thema. Want dat nieuwtje of die zin heeft je op het spoor gezet van iets groters: liefde die de hemel op aarde brengt, roekeloze helden die veel te veel risico nemen en daarvoor toch worden beloond, auteurs die uit het Caribisch gebied komen en over hun band met Nederland schrijven etc. etc.

Vaak helpt het niet alleen te weten wát je gaat schrijven, maar ook waarom. Dan heb je je thema te pakken. Maar hoe kom je hier?

  • Dat is heel simpel: gewoon de vraag stellen, en het antwoord daarover opschrijven:
    • Waarom wil ik over dit thema schrijven?
    • Schrijf het antwoord op en stel de vraag nogmaals.
    • Schrijf het antwoord op en stel de vraag nogmaals.
    • Schrijf het antwoord op en stel de vraag nogmaals

Als je het lastig vindt om jezelf te interviewen, kun je het ook door een klasgenoot laten doen. Die klasgenoot zou de volgende vragen kunnen stellen:

  • Waarom wil je hier over schrijven?
  • Heb je er iets mee omdat je iets hebt meegemaakt, of over gelezen, of ergens gezien?
  • Wat wil je ermee zeggen?

 

Als je gaat schrijven, kun je ook schrijven over werelden die niét bestaan. Maar hoe bedenk je zo’n wereld?

  • een manier om zo’n wereld bij elkaar te fantaseren is door je voor te stellen dat iets wat al gebeurd is, heel anders had kunnen aflopen. Dan hadden we in een heel andere wereld geleefd, en welke? Ter inspiratie een voorbeeldje van de auteur Willem Frederik Hermans, die in zijn boek Ik heb altijd gelijk (1951) over de Tweede Wereldoorlog dit schreef:

    “Ik verzeker je, wanneer Duitsland eind 1940 de oorlog had gewonnen – Engeland bezet, Rusland en Amerika te vriend gehouden, een voordelige vrede gesloten, zodat er geen honger zou zijn gekomen in Nederland, dan was hier nu negentig procent nationaal-socialist.”

    Bron: Ik heb altijd gelijk

  • Wat vond je van de oefening, of wat heb je geschreven? Vul het hieronder in!

    Neem contact met ons op