Brief

Brieven schrijven we elkaar niet meer zo vaak. Misschien wel om te solliciteren,  maar niet meer om ons hart uit te storten. Daar werd de brief in het verleden vaak voor gebruikt. En je hart uitstorten gaat gemakkelijker als je met iemand praat: daarom zijn brieven vaak geschreven als een gesprek. Daar ga je mee oefenen. Hoe kun je zo schrijven dat je degene aan wie je de brief schrijft, je brief als het ware in trekt? Alsof je lezer een gesprek met jou voert?

Schrijf een korte brief van circa 200 woorden waarin je het uitmaakt met je lief, of waarin je een goede vriend(in) schrijft dat je hem/haar nooit meer wilt zien.

Lees nu deze door Ton van Strien hertaalde brief van Aagje Luijtsen_in 1780 op Texel geschreven,  en aan haar man gestuurd die op dat moment op zee voer om voor zijn gezin het brood te verdienen. Aagje heeft als zeemansvrouw droevig nieuws voor haar man. Hun tweede kind is overleden, nog voordat hij een kans heeft gekregen het jongetje te zien. Zij was zwanger toen hij naar zee vertrok, en het kindje overleed voor hij terug aan wal was. In een eerdere brief schreef aan haar man schreef zij al eens: ‘Ik moet uw dog schreijven, dan verbeel[d] ik mijn nog eens tegen mijn kostelijkheijd te praaten’ [Ik moet u dan maar schrijven, en dan beeld ik me in dat ik tegen mijn schatje praat’].

Kijk waar en hoe zij in deze brief het perspectief van haar man de brief in trekt, en daardoor als het ware met hem aan de praat raakt. Waar schrijft ze in ‘ik-perspectief’ (ik, als moeder), waar in ‘wij-perspectief’ (wij, als ouders) en waar in ‘jij-perspectief’ (jij, als vader)?

Herschrijf nu de brief uit de eerste schrijfopdracht en maak die meer tot een gesprek. Waar kun je het perspectief van degene aan wie je schrijft in de brief betrekken door middel van perspectiefwisseling? Als het je helpt om de brief persoonlijker te maken, kun je de brief ook met de hand schrijven in plaats van te typen.

Je kunt je eindproduct beoordelen met deze matrix.

Meer lezen?

J. Steinz, P.S. Van liefdespost tot hatemail: de 150 opmerkelijkste Nederlandse brieven. Amsterdam 2019.

T. Simons, ‘‘Ik heb ook nu niet uijt mij alderbest geschreven’. Achttiende-eeuwse brievenboekjes en de gekaapte brieven van Aagje Luijtsen‘, De Achttiende Eeuw 41 (2009), 169-193.

  • Wat vond je van de oefening, of wat heb je geschreven? Vul het hieronder in!

    Neem contact met ons op