Boekaantekening

Kinderen wordt nu geleerd dat ze in boeken niet moeten schrijven, maar hoe anders was dat vroeger! Aantekeningen maken in boeken was in Nederland eeuwenlang heel gewoon, en als je naar school ging, leerde je ook hoe en waarom je dat moest doen.

Wat kan je als schrijver met het maken van aantekening in een boek? Je leert het in deze oefening.

Als je iets voor het eerst leest, gebeurt er iets bijzonders. Nooit meer zal je diezelfde tekst voor het eerst lezen! En nooit meer zal je er misschien ook zo heftig op reageren. Voor een schrijver is dat jammer, want met die heftige reactie kun je misschien wel heel mooie dingen doen.

  • Zoek een boek dat je altijd al hebt willen lezen, maar nog niet gelezen hebt. Denk bijvoorbeeld aan het Dagboek van Anne Frank. Echt zo’n boek waar heel veel naar wordt verwezen, en dat je toch niet zomaar even leest. Het moet een papieren exemplaar zijn waar je ook nog eens in mag schrijven (als het een boek van een ander is);
  • heb je moeite een boek te vinden, kijk dan eens bij een mini-bieb bij jou in de buurt. Daar staan boeken die anderen mensen de moeite van het lezen waard vonden, en weer aan anderen door willen geven.
  • houd je pen of potlood bij de hand, en ga lezen;
  • ga los met je pen: wat kun je in het boek schrijven dat goed je emoties van het moment vastlegt?

Het mooie van die boekaantekeningen is dat anderen kunnen lezen wat jij van het boek vond. We kijken naar een beroemd voorbeeld van dergelijk teruglezen.

In de zestiende eeuw waren Erasmus en Luther het niet eens over hoe de bijbel het beste vertaald en uitgelegd kon worden voor hun tijdgenoten. Erasmus vond dat je de bijbel kon lezen als een tekst die door mensen is opgeschreven en doorgegeven (overgeschreven), en daarom ook fouten bevat. Luther las de bijbel als theoloog en vond de ontstaansgeschiedenis van de tekst en de precieze bewoordingen niet zo belangrijk: God had deze tekst geschreven, hoe kunnen mensen die tekst begrijpen in hun eigen tijd en zo goede gelovigen zijn?”

In 1516 publiceerde Erasmus een vertaling van een deel van de bijbel. In deze vertaling probeerde hij de originele versie van de bijbel – die toen zo’n 1500 jaar oud was – zo getrouw mogelijk voor zijn tijdgenoten te vertalen. Dit was een unieke daad: ineens kon iedereen de bijbel zelf lezen en begrijpen.

Toen Luther die vertaling in 1527 las, pakte hij zijn pen om het nodige in de kantlijn te schrijven.

  • Geef het boek waarin jij aantekeningen hebt gemaakt aan iemand door. Vraag die persoon het boek te lezen, en ook jouw aantekeningen.
  • Vraag na afloop aan diegene welke emoties hij of zij aan jouw aantekeningen afleest. Klopt het?
  • Wat vond je van de oefening, of wat heb je geschreven? Vul het hieronder in!

    Neem contact met ons op