Visualiseren

De hele dag door komen er nieuwe indrukken bij je binnen. Je ziet (nieuwe) mensen, maakt dingen mee, zegt en hoort van allerlei dingen. Uit zichzelf onthouden mensen niet alles. Het zou te vol worden in ons.

Maar soms wil je alle nieuwe indrukken onthouden. Bijvoorbeeld omdat je er een toets over krijgt. In deze oefening ga je meer zicht krijgen op de manier waarop taal je kan helpen om dingen te onthouden. Je gaat taal gebruiken om er dingen mee te visualiseren.

Dit is een oefening waar je je hele klas voor nodig hebt.

  • Pak allemaal een briefje en schrijf er een woord op. Het woord moet een zogenaamd inhoudswoord zijn (? zie hierals je niet meteen weet wat dat is).
  • Verzamel alle briefjes.
  • Laat iemand alle briefjes voorlezen. Niemand mag aantekeningen maken, alleen luisteren.
  • Geef de briefjes nu aan de docent.
  • Hoeveel woorden heeft iedereen afzonderlijk onthouden?
  • Schrijf die op een briefje.
  • Als de lijst korter is dan het aantal leerlingen dat heeft meegedaan, is jouw geheugen nog niet perfect.
  • Ga door naar de oefening waarmee je leert visualiseren!
  • Kies een object of persoon uit jullie school die tot je verbeelding spreekt: de rector, de receptiemedewerker, de prullenbak in de aula, de lift.
  • Alles mag behalve een klasgenoot. Die mag je niet kiezen.
  • Beschrijf een bijzondere schooldag van het door jou gekozen voorwerp of de door jou gekozen persoon.
    Bedenk: ook een voorwerp kan een bijzondere schooldag kan hebben, zoals: “Een bijzondere schooldag vanuit het perspectief van de aula.”
  • Begin maar met schrijven!
  • De docent noemt vervolgens elke 45 seconden een woord van een van de briefjes.
  • Verwerk dit woord zo snel mogelijk in je verhaal. Onderstreep het zodra je het gebruikt hebt, en schrijf daarna gewoon verder.
  • Dit doe je tot alle woorden van alle briefjes op zijn.
  • Ieder voor zich maakt nu een lijst met de woorden die je je nog herinnert.
  • Werkt het verhaal en het verbeelden van de schooldag van vanuit je object of persoon, als geheugensteuntje?

 

Bronnen
Joshua Foer, Het geheugenpaleis. De vergeten kunst van het onthouden. Amsterdam, 2012.
Jan Renkema, Schrijfwijzer, https://www.schrijfwijzer.nl/.

Bekijk het verhaal dat je maakte en denk na over de volgende vragen.

  • Hoe hebben de woorden jouw verbeelding op gang gebracht? Ben je verhaallijnen gaan bedenken, of personages, of allebei? Of heb jij nog iets anders gedaan? Ga nu bij jezelf na hoe jij kennelijk visualiseert.

Visualiseren kun je nog veel ingewikkelder, en daarmee nog effectiever maken.

.

  • Wat vond je van de oefening, of wat heb je geschreven? Vul het hieronder in!

    Neem contact met ons op