Taalhandeling

Een van de hoofddoelen van taal is communicatie. Door middel van taal communiceer je je gevoelens, wensen, vragen, en veel meer. Zo kun je met taal iemand anders aanzetten tot het uitvoeren van een bepaalde handeling, zoals de bevelen ‘Doe dat raam open!’ of ‘Denk even na zeg!’.

Tegelijkertijd is taal alleen niet voldoende, maar ook de situatie eromheen is belangrijk om de strekking van iemands woorden te begrijpen. Een vraag als ‘Kun je mij de boter aangeven?’ begrijpen wij veelal niet letterlijk, maar als een verzoek voor iemand die nu de boter nodig heeft, voor op brood bijvoorbeeld. Als we die vraag letterlijk zouden nemen, kunnen we domweg antwoorden met ‘Ja’ en verder stil blijven zitten.

In deze oefening leer je zó te schrijven dat je lezer precies doet wat jij als handeling voor ogen hebt. Je schrijft dus een nauwkeurige handleiding voor een handeling.
We maken het niet te moeilijk: de handeling die jouw lezer moet volbrengen, is ‘Teken een huis’. Hierbij is het juist de oefening om de handelingen die het kost om een huis te tekenen stapsgewijs uiteen te zetten, dus ‘1. Pak pen en papier en 2. Teken een huis’ is niet voldoende.

Schrijvers van handleidingen gaan zo te werk dat ze alle miscommunicatie willen uitsluiten, zodat de lezer exact de stappen volbrengt die zij hebben uitgeschreven. Zij moeten volledig op de kracht van taal rekenen, omdat ze niets aan hun lezers nog eens extra kunnen uitleggen. Voor hen is het daarom van belang heel duidelijk de doelgroep voor ogen te hebben en telkens na te denken over hoe een bepaalde zin geïnterpreteerd kan worden.

  • Schrijf voor een klasgenoot een handleiding voor het tekenen van een huis. Houd hierbij rekening met het feit dat hij of zij jouw stappen letterlijk zal opvolgen. Om beter te begrijpen wat nu zo lastig is aan deze opdracht, kun je dit filmpje bekijken.
  • Houd de titel of de opdracht (een huis tekenen) van je handleiding verborgen.

Na het schrijven van je handleiding ben je nu in de testfase beland. Hiervoor heb je een andere klasgenoot nodig die jouw handleiding wil uitvoeren.

  1. Geef jouw handleiding aan iemand uit je klas.
  2. Vraag die klasgenoot de handleiding hardop voor te lezen, terwijl hij of zij precies doet wat er in de handleiding staat. Vertel niet wat het einddoel van de handeling is (een huis tekenen);
  3. Kijk en luister heel goed wat je klasgenoot doet: doet hij of zij precies wat je opschreef? Komt het eindresultaat overeen met de opdracht?

Tijdens de test van jouw handleiding zag je waarschijnlijk een van deze twee dingen gebeuren:

  1. Je klasgenoot deed precies wat je opschreef, en tekende uiteindelijk geen huis;
  2. Je klasgenoot begreep op een gegeven moment wat de handeling was (een huis tekenen), en vulde jouw handleiding wat aan en tekende een huis.

Als het eerste gebeurde, heb je een klasgenoot die heel precies leest, en niets doet wat jij niet had opgeschreven. Als het tweede gebeurde, vulde je klasgenoot allerlei lege plekken in jouw tekst aan. Oftewel, hij of zij had door wat de strekking van jouw woorden was, en maakte het zelf af, iets wat wij als lezers voortdurend doen. Beantwoord nu deze slotvraag:

  • Lag het aan jouw handleiding of aan je klasgenoot dat er wel of niet een huis getekend werd? En hoe ben je dit te weten gekomen?

Na die inzichten is het tijd om je handleiding te herschrijven naar een betere variant.

  • Herschrijf je handleiding, als dat nodig bleek, omdat je klasgenoot er nog geen huis mee kon tekenen;
  • Maak gebruik van wat je zag: met welke stukjes van je handleiding had je lezende klasgenoot het moeilijk, en waarom? En hoe kun je dat oplossen?

Bronnen
Rooijackers, P., Silfhout, G. van, Bergh, H. van den (2021). Observerend leren lezen op het vwo; Reflecteren op tekstbegrip via oogbewegingsfilmpjes‘. Levende Talen Tijdschrift 22:3 (2021), 3-16.

Rijlaarsdam, G., Braaksma, M., Couzijn, M., Janssens, T., Kieft, M., Raedts, M., Steendam, E. van, Toorenaar, A., & Bergh, H. van den.. Observation of peers in learning to write; Practice and Research. Journal of Writing Research, 1:1 (2008), 53–83.

 

  • Wat vond je van de oefening, of wat heb je geschreven? Vul het hieronder in!

    Neem contact met ons op